Borstvoeding

Waarschijnlijk heb je al nagedacht over de vraag of je straks na de bevalling borstvoeding wilt geven. Hieronder geven we je aanvullende informatie zodat je een weloverwogen keuze kunt maken.

Het voeden van je kind is één van de eerste dingen waar je als aanstaande moeder mee te maken krijgt. Belangrijke vragen dienen zich aan: Waarom kies ik voor het geven van borstvoeding. Waarom is borstvoeding goed voor mijn kind en voor mezelf? Hoe vaak en wanneer geef ik borstvoeding? Waar moet ik op letten bij het geven van een voeding?

Het spreekt vanzelf dat ook de partner een heel belangrijke rol speelt bij het slagen van de borstvoeding. Borstvoeding geven is een verantwoordelijkheid die jullie samen dragen.

Borstvoeding versus flesvoeding

De keuze voor borstvoeding of flesvoeding ligt bij jullie als ouders. Wij willen je daar als verloskundigen zo goed mogelijk in ondersteunen.
Er zijn veel voordelen van borstvoeding waarop we je willen attenderen. Deze informatie kan je ook goed gebruiken om een keuze te maken. Hierover is hieronder meer te lezen.

Het kan ook dat je bewust voor flesvoeding kiest. Dan is het verstandig je daar ook goed op in te lezen om te weten wat je kan verwachten en wat voor keuzes er hierin te maken zijn. Voor deze informatie verwijzen we je graag naar de website van het Voedingscentrum.
Ook heeft de KNOV een fijne folder waarin borstvoeding en flesvoeding beide beschreven staan.

Voordelen van borstvoeding voor het kind:

  • Borstvoeding bevat veel antistoffen tegen ziektekiemen, waardoor je kind minder vatbaar is voor allerlei soorten infecties, nu en op de langere termijn. Hierbij kun je denken aan een loopneus, oorontsteking, hersenvliesontsteking, infecties van de luchtwegen en darmziekten. Dit komt bij borstgevoede allemaal kinderen minder voor.
  • Borstvoeding heeft (vooral de eerste dagen) een laxerende werking, waardoor de ontlasting sneller op gang komt. Bovendien is het goed verteerbaar, wat het kwetsbare spijsverteringssysteem van je kind ten goede komt.
  • Kinderen die borstvoeding krijgen, hebben minder kans op het krijgen van allergien en suikerziekte. Ook is gebleken dat er verminderde kans is op hart- en vaataandoeningen en bepaalde vormen van kanker op latere leeftijd.
  • Door het zuigen aan de borst worden er bepaalde spieren in de mond geoefend, waardoor de kaak van het kind zich goed kan ontwikkelen. Dit heeft een positieve invloed op het spraakvermogen.
  • Uit onderzoek is gebleken dat kinderen die borstvoeding krijgen zich sneller ontwikkelen dan kinderen die flesvoeding krijgen.
  • Borstvoeding past zich qua samenstelling en hoeveelheid precies aan de behoefte van je kind aan. Het heeft de juiste temperatuur en mag zo vaak worden aangeboden als nodig.
  • Het zuigen op een tepel is heel bevredigend voor een baby en het biedt ook troost.
  • Borstvoeding is goedkoop, altijd bij de hand en milieuvriendelijk!

Voordelen van borstvoeding voor de moeder:

  • Omdat het borstvoeden een heel intieme gebeurtenis is, levert het een belangrijke bijdrage aan de moeder- en kindbinding.
  • Door het geven van borstvoeding zal de baarmoeder weer sneller klein worden, hetgeen ook een gunstige invloed heeft op de hoeveelheid bloedverlies.
  • Het risico op borstkanker vermindert naarmate je langer borstvoeding geeft.
  • Het risico op het krijgen van osteoporose wordt verkleind.
  • Door het geven van borstvoeding kom je veel sneller terug op je oude gewicht.
  • Voor het geven van borstvoeding moet je tijd nemen, waardoor je voor jezelf een aantal keer per dag een rustmoment inbouwt.

Bij het geven van borstvoeding komen vaak veel vragen op. Er verandert veel in je lijf en er zijn dingen om rekening mee te houden. Tijdens de kraamweek bespreken we deze vragen met je.

Hieronder hebben we een overzicht gemaakt van de belangrijke onderwerpen tijdens de borstvoeding.

Goed en vaak aanleggen is belangrijk om pijnlijke tepels te voorkomen en de melkproductie goed op gang te krijgen. Zo ben je ervan verzekerd dat je baby voldoende voeding krijgt en snel zal gaan groeien.
Het eerste uur na de geboorte is je baby wakker en alert en heeft hij meestal een hele sterke zuigreflex. Het is belangrijk hier gebruik van te maken. Als je baby zijn tongetje naar buiten steekt en smakgeluidjes maakt, kun je hem aan de borst leggen en zal hij direct gaan zuigen.

  • Deze eerste voeding heeft voor de baby een inprentend effect: hoe hij aan de borst moet drinken wordt dan in de hersentjes opgeslagen. Je baby zal daardoor de volgende keer als hij de borst krijgt aangeboden, precies weten hoe hij moet drinken.
  • Je baby krijgt direct colostrum binnen. Dit is de allereerste voeding die je baby aan de borst drinkt. Colostrum bevat veel antistoffen en het heeft een laxerende werking waardoor de darmen gestimuleerd worden het meconium (de eerste taaie ontlasting na de geboorte) snel te lozen. Dit is belangrijk om geel zien bij je kind te voorkomen.
  • Het zuigen van je baby aan de borst doet de baarmoeder goed samentrekken, waardoor het bloedverlies wordt beperkt.
  • Terwijl je baby lekker tegen je aan ligt en drinkt, kun je in alle rust met hem kennis maken. Huid- op- huidcontact bevordert de hechting tussen moeder en kind en stimuleert je melkproductie.

Ook na een keizersnede leg je je baby het liefst binnen één uur aan de borst. Dit kan later in de kraamtijd heel veel tijd en energie besparen. Soms wil een baby na de geboorte niet direct aan de borst zuigen. Dat is niet erg. In de dagen na de bevalling is er nog tijd genoeg om te oefenen.

Goed aanleggen gaat zo:

  • Breng je baby naar je borst zodat hij met zijn neus en mond recht tegenover de tepel is.
  • Zorg dat zijn hoofd, schouders en heupen in een rechte lijn liggen zodat hij zijn hoofdje niet hoeft te draaien om bij de borst te kunnen.
  • Streel het bovenlipje van je baby met de tepel.
  • Als je baby zijn mondje wijd opent, leg je hem aan de borst waarbij je je tepel op zijn gehemelte richt.

Je baby is goed aangelegd als:

  • Het mondje wijd open over de tepel en tepelhof sluit.
  • De lippen naar buiten gekruld zijn.
  • Het neusje de borst aanraakt.
  • De kin iets tegen de borst drukt.
  • De wangetjes bol zijn.

Moedermelk bevat alle voedingsstoffen die je baby nodig heeft voor zijn groei en ontwikkeling. Een gezonde, voldragen baby heeft vet-en vochtreserves waardoor hij de eerste dagen genoeg heeft aan de eerste melk. Totdat de melkproductie op gang komt, vallen de meeste pasgeboren baby’s de eerste dagen dan ook iets af. Dit is normaal. Door je baby elke dag op een vast moment bloot te wegen (bijvoorbeeld voor het badje), kun je goed in de gaten houden wanneer je baby weer gaat groeien. Het is zeker niet de bedoeling je baby voor en na elke voeding te wegen. Dit is niet nauwkeurig en geeft veel onrust.

Het aantal plas-en poepluiers is een goede indicatie voor wat een baby aan de borst drinkt. Vanaf de derde of vierde dag heeft een baby vier tot zes volle plasluiers (wegwerp) en twee tot vijf poepluiers per etmaal.
Dreigt je baby teveel af te vallen (meer dan 7% van het geboortegewicht) dan is het nodig de borstvoeding te evalueren. Belangrijk daarbij is na te gaan of je baby wel goed en actief aan de borst drinkt, of je baby wel vaak genoeg drinkt en of de melkproductie wel goed op gang komt. Goed aanleggen en vaker aanleggen zorgt ervoor dat de melkproductie toeneemt en je baby meer voeding binnen krijgt waardoor hij snel weer op zijn geboortegewicht zal zijn.

Valt je baby teveel af, drinkt hij (nog) niet goed aan de borst en is de melkproductie nog niet goed op gang gekomen, dan moet begonnen worden met afkolven en bijvoeden met afgekolfde moedermelk. Daarbij is begeleiding van een lactatiekundige bij het goed aanleggen en goed leren drinken van je baby eventueel een optie.

Is bijvoeding op medische indicatie nodig dan verdient moedermelk de voorkeur. Als het afkolven niet voldoende lukt kan, in overleg met de verloskundige, extra bijvoeding gegeven worden. Een hypo-allergenen voeding heeft dan de voorkeur. Medische redenen om bij te voeden zijn:

  • Een baby met een hoog of juist een te laag geboortegewicht
  • Een magere baby
  • Een baby die 10% is afgevallen ten opzichte van zijn geboortegewicht
  • Tijdelijk medicijngebruik van de moeder; dit geldt voor een beperkt aantal geneesmiddelen. Bij de meeste medicijnen kun je gewoon borstvoeding geven.

Er zijn verschillende oorzaken voor het krijgen van een borstontsteking:

  • Verstopt melkkanaaltje (meest voorkomend)
  • Verminderde weerstand
  • Schimmelinfectie (spruw)
  • Meer tijd tussen de voedingen, bijvoorbeeld als je baby doorslaapt
  • Combinatie van deze factoren.

Symptomen van een borstontsteking zijn:

  • Warme en rode plekken op je borst
  • Het voeden is pijnlijk
  • Koorts, rillerig en pijnlijke spieren
  • Hoofdpijn

Als je een borstontsteking hebt (rechts of links) is het belangrijk om de borst GOED leeg te maken en te houden:

  • Maak je borst warm met kompressen voor het voeden
  • Masseer heel zachtjes je borst voor en tijdens de voeding richting tepel
  • Laat je baby altijd eerst de ‘zieke’ borst leeg drinken (de melk is goed)
  • Na 2 uur herhaal je zoals hierboven beschreven
  • Neem 2 Paracetamol en duik je bed in, rust is belangrijk.

Er zijn verschillende soorten antibiotica die bij een borstontsteking gegeven kunnen worden. Meestal is na 2-3 uur de koorts gezakt en voel je je een stuk beter. Is de koorts na 24 uur niet gezakt, neem dan contact op met de verloskundige of de huisarts.

De eerste dagen is het normaal dat je tepels de eerste 30-60 seconden gevoelig of soms pijnlijk zijn doordat spiertjes die in de tepel zitten uitgerekt worden. Als de melk toeschiet zakt dit gevoel weer. Na enkele dagen zijn de tepels hieraan gewend en doet het eerste aanzuigen geen pijn meer. Het voeden voelt dan plezierig aan. Bij de één duurt deze gewenning langer dan bij de ander. Als de gevoeligheid na 60-90 seconden niet afzakt en het voeden nog steeds pijn doet, haal dan je baby van de borst door je pink in de mondhoek van je baby te steken. Het vacuüm wordt verbroken en je baby laat de borst los. Leg daarna je baby opnieuw aan.

Bij elke voeding bied je beide borsten aan om de melkproductie goed te stimuleren. Je baby mag in principe drinken tot hij in slaap valt of de borst zelf loslaat. Controleer wel steeds of je baby actief aan de borst drinkt. Een baby begint de voeding meestal met een paar snelle zuigbewegingen om de melkstroom op te wekken. Daarna slikt een baby steeds duidelijk hoorbaar na een of twee zuigbewegingen. Na verloop van tijd zal je baby meer zuigbewegingen maken alvorens te slikken. Als je baby goed drinkt, kun je zijn oortjes zien bewegen.

Na de eerste keer aanleggen, leg je je baby ongeveer iedere twee à drie uur aan, dit is 8 tot 12 maal per 24 uur. Als je baby overdag niet uit zichzelf wakker wordt, maak je hem in ieder geval elke 3 uur wakker. Vanaf de tweede of derde dag na de bevalling komt de melkproductie op gang. Je borsten kunnen daardoor heel vol en gespannen worden. Deze stuwing is tijdelijk en zal sneller over zijn als je baby vaak en goed aan de borst drinkt.

Als je baby binnen 12 tot 24 uur na de bevalling niet goed aan de borst drinkt of de borst helemaal niet wil pakken, ga je beginnen met afkolven. Dit doe je het beste met een dubbelzijdige elektrische kolf. Deze kun je huren bij de thuiszorgwinkel.

De eerste dagen, als er nog weinig melk is, kan de afgekolfde melk gegeven worden met een theelepel. Ook voeden met een kopje gaat heel goed (cupfeeding). Dit heeft onze voorkeur. Ondertussen is het belangrijk te blijven oefenen met goed aanleggen. Zodra je baby beter gaat drinken aan de borst, kun je het afkolven gaan afbouwen.

Wanneer jij en je baby door omstandigheden van elkaar gescheiden zijn, is het belangrijk dat je begint met afkolven zodra de situatie dat toelaat. Afkolven doe je het beste op tijden dat je normaal gesproken je baby de borst zou geven. Daarbij is het belangrijk te weten dat vaak en kort afkolven de melkproductie beter stimuleert dan weinig keren lang afkolven.

Rond de twee weken, drie maanden en zes maanden willen veel baby’s een aantal dagen vaker drinken. Dit worden ‘regeldagen’ genoemd. Regeldagen zijn dagen waarop de vraag van je kind en het aanbod uit je borst weer op elkaar afgestemd worden. Deze momenten zijn niet strikt en sommige vrouwen weten niet wat regeldagen zijn. Als ze er zijn, twijfel dan nooit aan jouw borstvoeding, die is goed. Je baby geeft vaker aan dat hij wil drinken, soms zelfs ieder uur. Als je daarop ingaat en je baby vaker aanlegt zal je productie zich weer aanpassen aan de toegenomen behoefte van je baby. Hoe vaker je je baby voedt, hoe meer melk je hebt. Na een aantal dagen zul je merken dat je baby weer in een ritme komt en de regeldagen voorbij zijn. Het hoort er gewoon bij. Neem tijdens de regeldagen extra rust. Na 1 tot 5 dagen is vraag en aanbod weer op elkaar afgestemd en slaapt je baby weer langer tussen de voedingen.

Rooming-in wil zeggen dat jij en je baby dag en nacht bij elkaar op een kamer blijven. Omdat jullie dicht bij elkaar zijn, leer je je baby en zijn behoeften snel goed kennen. Zeker in de eerste week is dit belangrijk omdat de borstvoeding nog op gang moet komen. Zodra je baby aangeeft te willen drinken, kun je hem aan de borst leggen. Je kunt je baby al aanleggen als hij in lichte slaap is. Een baby in lichte slaap herken je aan bewegende armpjes en beentjes en vaak zie je de oogjes heen en weer bewegen onder de oogleden. Soms brengen ze hun vuistje of vingertjes naar de mond, maken ze smakgeluidjes of zoeken ze door hun hoofdje heen en weer te draaien. Als je je baby dan oppakt en aanlegt, zal hij meteen gaan drinken. Op deze manier geef je soms 2 tot 3 voedingen extra per 24 uur en dat komt het op gang brengen van de borstvoeding ten goede.

De samenstelling van moedermelk voor een te vroeg geboren baby is helemaal aangepast aan zijn behoeften van dat moment. Dus extra eiwitten (de baby moet goed groeien), specifieke stoffen voor de rijping van de organen en afweerstoffen die de kans op infecties verkleinen (o.a. darm- en luchtweginfecties). Juist voor een te vroeg geboren kindje is het heel belangrijk dat hij/ zij borstvoeding krijgt. Begin zo snel mogelijk na de bevalling te kolven zodat je baby ook zo vlug mogelijk kan profiteren van jouw moedermelk.

Wij raden in principe het gebruik van een speen of fopspeen voor je baby af. Het zuigen aan een fopspeen of speen verstoort het vraag- aanbod mechanisme bij borstvoeding. Bovendien leren sommige baby’s niet goed aan de borst drinken als ze daarnaast ook een speen of fopspeen krijgen aangeboden. Waarschijnlijk komt dit door een verschil in drinktechniek is tussen borst en speen.

Soms zal het in de loop van het kraambed toch nodig zijn om de fles of het tepelhoedje als tijdelijk hulpmiddel en onder goede begeleiding te gebruiken. Dit zal altijd in overleg gebeuren met de verloskundige.

Nadelen van tepelhoedjes.

  • De baby leert zichzelf een verkeerde zuigtechniek aan (zie zuigen aan de fles).
  • De tepel zit niet achter in de keel, de tepel wordt tegengehouden door de top van het tepelhoedje.
  • De zenuwuiteinden in de tepelhof worden minder gestimuleerd (er zit een plastic laagje tussen). Daardoor gaan er minder duidelijke signalen naar de hersenen en zal er minder prolactine worden uitgescheiden en dus ook minder melk gemaakt worden.
  • Omdat de borst niet goed leeggedronken wordt via een tepelhoedje zal je baby minder voeding krijgen en dus minder goed groeien.

Voeden op verzoek wil zeggen dat je je baby zo vaak en zo lang laat drinken als hij zelf wil. De eerste dagen moet je wel een minimum aantal van 8-12 voedingen per 24 uur aanhouden. Vooral de eerste tijd zal je baby vaak willen drinken, ook ’s nachts. Ga als je baby slaapt ook slapen om voldoende rust te krijgen. Na enkele dagen is de borstvoeding goed op gang en zal je baby steeds meer in een eigen ritme komen. Kenmerkend voor borstgevoede baby’s is dat ze ’s ochtends minder vaak drinken en aan het eind van de middag en in de loop van de avond juist vaker willen drinken.

Voor de moeder kan het geven van borstvoeding ook ongemakken met zich meebrengen die lastig kunnen zijn. Zo zijn de eerste dagen vaak oefendagen die het nodige geduld vergen, omdat zowel moeder als kind de techniek van het voeden en gevoed worden nog onder de knie moeten krijgen. Bovendien zijn veel ouders in het begin onzeker omdat ze zich afvragen of hun kind wel genoeg voeding binnenkrijgt. Ook tepelkloven en borstontstekingen zijn zaken waar je tegenaan kunt lopen als je borstvoeding geeft.

Een werkneemster mag de eerste negen levensmaanden van haar kind de arbeid maximaal een kwart van de arbeidstijd onderbreken voor het geven van borstvoeding of het afkolven. Deze tijd wordt doorbetaald. Dit mag alleen als zij de werkgever hiervan in kennis heeft gesteld. Meer hierover kun je lezen op de website van het Ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport.

Als je na je bevallingsverlof weer gaat werken kun je na ongeveer 6 weken 2 à 3 keer per week alvast wat oefenen met afkolven. Een goed moment daarvoor is na de ochtendvoeding omdat je dan de meeste melk hebt, of op elk ander moment dat jij geschikt vindt.

Het gaat in eerste instantie niet om de hoeveelheid melk die je afkolft. 20-30 cc is voldoende. Je kunt de hoeveelheid afgekolfde melk in de loop van de daaropvolgende weken opvoeren. Ondertussen kun je je baby laten oefenen om uit een flesje te drinken. Kijk er niet van op als je bij de eerste paar keer weinig melk afkolft. Het is natuurlijk heel anders wanneer je baby aan de borst drinkt dan wanneer je afkolft. Het is soms even wennen.

Ook is afkolven iets heel persoonlijks. De ene vrouw gebruikt graag een elektrische kolf en de andere juist een handkolf. Laat je voorlichten en kies de kolf die het beste bij jou past.

Lees meer over borstvoeding en werken op de website van het Voedingscentrum: Borstvoeding en Werk.

Meer informatie

Verloskundigen Amersfoort Folder Borstvoeding Voedingscentrum

Boeken

  • Borstvoeding – Stefan Kleintjes – ISBN13: 9789000323265
  • Handboek borstvoeding – La Leche League – ISBN13: 9789051218732
  • Borstvoeding geven, een antwoord op al je vragen – A. de Reede – ISBN13: 9789032510466

Internet

Lactatiekundigen

Tijdens de kraamperiode begeleiden wij samen met de kraamzorg je borstvoeding. Soms is het nodig dat er een lactatiekundige meekijkt, dit zullen wij op dat moment voor je regelen. Vaak heeft het kraambureau ook een lactatiekundige in dienst die zij dan kunnen consulteren. Lactatiekundigen geven vaak ook voorlichtingsavonden om je goed voor te bereiden op borstvoeding.

Kijk voor lactatiekundige waar wij regelmatig mee samenwerken bij links, onder het kopje Borstvoeding en Lactatiekundige.

Vergoedingen

Op zorgwijzer.nl vind je een overzichtspagina met vergoedingen voor lactatiekundige hulp die per zorgverzekeraar wordt aangeboden.

Jullie keuze

Het is aan jou en je partner om te beslissen welke vorm van voeden jullie uiteindelijk het meest aanspreekt; het gaat erom dat jullie je goed voelen bij jullie eigen keuze. Wij zullen jullie beslissing op dit vlak respecteren. Je kan daarbij altijd rekenen op onze begeleiding rekenen, welke vorm van voeden jullie ook kiezen. Uiteraard is dit onderwerp altijd bespreekbaar tijdens het spreekuur.

Contact

Kraambed

Wil je je aanmelden of heb je een vraag?
Ga naar Contactpagina →

Nieuws

Wegwerkzaamheden

Wegwerkzaamheden Vanaf vandaag 18 maart tot vrijdag 22 maart is de Laan naar Emiclaer afgesloten ivm wegwerkzaamheden. De praktijk is …

Ramadan

Ramadan Ramadan is de belangrijkste maand in de islamitische kalender. Vasten tussen zonsopgang en zonsondergang is voorgeschreven voor iedere gezonde …

Dienstdoende verloskundige 8 maart

Dienstdoende verloskundige 8 maart In verband met een uitje van ons gehele team. Zal verloskundige Annemarie van verloskundigenpraktijk Pala voor …